5 april 1943: Tranen over Mortsel

Kontichse historicus verzamelt de laatste getuigenissen over het zwaarste bombardement ooit in België


Op 5 april 1943 bestookten Amerikaanse bommenwerpers Mortsel. De bedoeling was de vliegtuigfabriek Erla te vernietigen. Het doelwit werd amper getroffen. De drukke woonkern in Oude God kreeg echter de volle lading van de ''ijzeren tranen". Balans: 1.259 vernielde of zwaar beschadigde woningen, 1.542 gewonden en 936 doden, waarvan 209 kinderen.

Tweehonderd scholieren uit Mortsel interviewden 65 jaar later de nog levende getuigen van het bombardement. Hun verhalen zijn verzameld in een rijk geïllustreerd boek dat verscheen bij Standaard Uitgeverij: Tranen over Mortsel. De jonge historicus Pieter Serrien noemt zichzelf een regisseur, die de getuigenissen selecteerde, ordende en tot een samenhangend geheel uitwerkte. In een tiental hoofdstukken wordt telkens een andere getroffen locatie belicht vanuit verschillende invalshoeken.

De Erla-fabriek was gelegen aan de Vredebaan: vroeger werden daar Minerva's gebouwd, de wereld- beroemde luxewagens. Bij het begin van de bezetting maakten de Duitsers er al vlug een succesvol herstelcentrum van voor de gehavende Duitse jachtvliegtuigen, vooral de zo gevreesde Messerschmitts. Het bedrijf was ideaal gelegen bij het grensstation van Luithagen en nabij het vliegveld van Deurne.

Die dag was een zonnige lentedag met een heldere hemel. Ideaal om vanop grote hoogte bommen te werpen, want daar waren de vliegtuigen veilig voor het Duitse luchtafweergeschut. En aangezien dit de vijftigste en dus een jubileum-missie was, werden alle beschikbare middelen ingezet. Rond halfvier in de namiddag was het vredige Mortsel herschapen in een hel.

Onder de slachtoffers waren ook 34 Kontichnaars. Het toeval wou dat de bus naar onze gemeente op het plein stond, klaar om te vertrekken. Door een bom werd ze een brandende val voor de meer dan dertig inzittenden. Op de kaftfoto zie je de onthutste mensen bij de hoop schroot staan die ervan overbleef. Ook onder de gedode schoolkinderen waren er vele van Kontich. Ze werden begraven op een ereparkje. Kontich was ook een van de eerste gemeenten om hulp te bieden aan de getroffenen. Talrijke inwoners van Mortsel die dakloos waren geworden, vonden een onderkomen in Kontich en Waarloos.

Pieter Serrien (23) werd zoals vele oud-leerlingen van het Sint-Ritacollege gebeten door de geschiedenismicrobe dankzij pater en leraar Maurice Lanoye. Tijdens een Erasmusverblijf in Engeland maakte hij kennis met de sociale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Zijn interesse voor verhalen van gewone mensen in extreme situaties werkte hij uit in zijn licentiaatsverhandeling over ... het bombardement op Mortsel. Voor een project om dit oorlogsgebeuren te herdenken kreeg de stad Mortsel 10.000 euro subsidie van de Koning Boudewijnstichting. Pieter Serrien bleek de meest geschikte persoon te zijn om deze gedachtenis een blijvende vorm te geven.


(Frank Hellemans, met dank aan Pieter en Sara Serrien voor de foto's.)
Uit: KONTICH WAARLOOS Hier en Nu, oktober 2008.

HOME

Created: 22/01/2009
© 2003 - MuseumKontich - Alle rechten voorbehouden